<- terug
Ingrediënten van Gentrification:

- oorspronkelijke arbeiderswijk
- dicht bij het centrum
- aanwezigheid van een creatieve klasse
- studenten of jonge culturele elite
- stijgende huizenprijzen
- investeringen van projectontwikkelaars
- renovatie, splitsing of samentrekken van woningen
- verandering van voorzieningen
THEORIEEEN OVER GENTRIFICATION

Theorie van Cortie en Van de Ven
3 stadia van gentrification:
1. Yuppen en alleenstaanden kopen huizen in goedkope buurten vlakbij het centrum. Hetmerendeel van deze mensen is werkzaam in de “creatieve sector.” Ook studenten en pas afgestudeerden (als er instellingen van hoger of universitair onderwijs aanwezig zijn) behoren tot deze groep. Naast de gunstige ligging t.o.v. een lage huizenprijs zijn zelfexpressie en acceptatie van hun levensstijl in deze buurten de belangrijkste drijfveren. Dit is de fase van de "risico-onbedachtzamen".
2. In deze fase zijn de investeerders zich wel degelijk bedachtzaam van de risico’s die investeringen in dit oudere stadsdeel met zich meebrengen. Deze groep gelooft echter dat ze een goede investering zullen doen. Tegelijk met de komst van deze groep veranderen ook voorzieningen zoals cafés, eethuizen en winkels.
3. Als de gentrification reeds jaren in gang is gezet vestigen zich hier kapitaalkrachtige mensen met kinderen welke zich richten op een prettige woonomgeving met het gezin. Veelal gaat dit gepaard met investeringen van projectontwikkelaars in splitsing en renovatie van woningen welke inspringen op deze groeiende vraag naar woonruimte en de stijgende prijzen in de regio.

De belangrijkste conclusie van deze theorie is dat door een eerste investering in woonruimte in een buurt andere investeerders worden aangetrokken. Er is sprake van een “sneeuwbaleffect.”

Rent-gap theorie van Neil Smith
Volgens Neil Smith neemt de kans op gentrification toe als de potentiële grondprijs hoger is dan de werkelijke grondprijs in een buurt. Met name volkswijken en wijken met verouderde industrie zijn als ze ouder worden grote kanshebbers op gentrification. De wijken zijn vaak slecht onderhouden en kennen een steeds lagere economische opbrengst. Door de gunstige ligging ten opzichte van het stadscentrum is de potentiële economische waarde van de grond echter hoger dan de daadwerkelijke economische benutting. Voor projectontwikkelaars is de wijk zeer geschikt om nieuwe en betere woonruimte te creëren welke een aantrekkingskracht heeft op de jonge culturele elite, kunstenaars, studenten e.d. Min of meer in overeenstemming met de theorie van Cortie en Van de Ven zal dit leiden tot stijgende grondprijzen en verder groeiende investeringen.

Theorie van Richard Florida
Richard Florida heeft zich niet direct bezig gehouden met het beschrijven van gentrification. Wel stelde Florida dat de motor van de stedelijke economie bestaat uit de creatieve klasse van artiesten, muzikanten, wetenschappers, architecten en leraren. Zij hebben nieuwe ideeën als output en trekken daarmee nieuwe toekomstgerichte activiteiten aan in steden met voldoende creativiteit. Tolerante steden zullen volgens Florida een grotere kans hebben op economische groei. Je zou dus kunnen zeggen dat creativiteit een motor van gentrification kan zijn. Hoewel de theorieën van Cortie en Van de Ven en Neil Smith vooral ingaan op grondprijzen zijn ook daar de eerste investeerders/nieuwe bewoners vaak kunstenaren of studenten.

BRON: https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/127472-gentrification-wat-is-het-en-hoe-ontstaat-het.html
Jean Dulieu